Iedereen van cultuur laten genieten


Deelnemen aan cultuur leer je van jongs af aan. Daarom pleiten wij onder meer voor boeiende schoolvoorstellingen, bibliotheken die met bussen de speelplaatsen bezoeken en scholen en jeugdverenigingen die naar musea trekken. Jongeren uit alle mogelijke richtingen komen meermaals per jaar in contact met cultuur. Cultuureducatie in het onderwijs is essentieel. We stimuleren scholen om elk jaar minstens één voorstelling of museum te bezoeken.

Duurzaam en herhaald contact met kunstenaars kan kinderen en jongeren nog sterker met kunst verbinden. Als een kunstenaar zich als peter of meter aan een school of een klas kan verbinden, en de kinderen doorheen het jaar meermaals kan ontmoeten (bijvoorbeeld door de leerlingen een repetitie/voorbereiding te laten bijwonen, de kunstenaar op bezoek laten komen in de klas, briefwisseling, kinderen die op hun beurt iets maken en tonen …), geven we de jongeren de kans een relatie op te bouwen met kunst. Niet zozeer met het kunstwerk als object, maar met de mens, de kunstenaar, en dus met creatief zijn, emotioneel voelen, inspiratie, proberen, lukken, mislukken enz.

Hetzelfde geldt voor cultuurhuizen: een eenmalig bezoek aan een voorstelling of expo kan zeker een grote indruk maken op kinderen, een herhaald bezoek dat informeler kan (dus niet telkens gekoppeld aan een kunstwerk), kan een vertrouwdheid met kunst creëren, en hopelijk drempelverlagend en interesseverhogend werken. Interessant in dat kader is het project van het Antwerp Symphony Orchestra: zij hebben sinds een paar jaar een opMaatorkest: leerlingen uit het 3de en 4de leerjaar krijgen elke week instrumentles van een professional, tijdens de schooluren. Twee jaar lang bespelen de kinderen dus een (klassiek) instrument, aan het einde van het jaar staan ze met z’n allen op het podium in de Elisabethzaal. Voor sommige getalenteerde kinderen is dit een opstap naar het Deeltijds Kunstonderwijs, waar ze anders misschien nooit mee in contact zouden komen. Het project ‘Kunstkuren’ van de Academies (DKO van het Stedelijk Onderwijs) , waarbij een DKO-school samenwerkt met een lagere school voor kunsteducatie en muzische vorming, is in dat verband een goed voorbeeld. Een leerkracht van een academie geeft wekelijks enkele uren les aan een klas uit een lagere school. Op die manier krijgen leerlingen les van gespecialiseerde leerkrachten, en wordt de leerkracht basisonderwijs ondersteund in muzische vorming.

We willen ook volop diverse groepen jongeren en volwassenen proberen te bereiken die niet of nauwelijks hun weg vinden naar het cultuuraanbod, zowel qua cultuurbeleving als cultuuruiting. Persoonlijk contact speelt hierbij een belangrijke rol, zeker voor de groep van de al wat oudere jongeren die via de scholen moeilijker te bereiken zijn. De stad steunt initiatieven die expliciet inzetten op het bereiken van jongeren, door naar klassen te trekken én door de straat op te gaan.

In onze superdiverse samenleving is het niet meer dan evident dat iedereen aansluiting vindt bij welke vorm van kunst- en cultuurbeleving dan ook. De stad zal mee instrumenten ontwikkelen om diversiteit te brengen op het vlak van personeel, vrijwilligers en aanbod. In het subsidie- en ondersteuningsbeleid voor de cultuursector gaan we uit van een breed en divers landschap, dat in zijn totaliteit een weerspiegeling is van de stad. Het is een verzameling van individuele organisaties en initiatieven, die samen de diversiteit van onze stad weerspiegelen.

Kunst op straat, als ongeplande en onverwachte kennismaking en ontmoeting met kunst is de meest drempelverlagende manier om mensen met kunst in aanraking te laten komen. Hierin geloven we sterk, niet alleen voor beeldende kunst. Erfgoed, podiumkunsten, lichtkunst en mediakunst kunnen evenzeer hun weg vinden naar het publiek en omgekeerd. Bespeelbare kunst is een manier om kunst letterlijk dichtbij de kinderen te krijgen. We nodigen kunstcollectieven uit om samen met verenigingen, scholen en bewoners kunst in de buurt te brengen.

Het systeem van cultuurcheques voor jongeren dat al bestaat in de districten Antwerpen en Deurne breiden we uit naar alle districten en integreren we in de A-kaart.

We gaan op zoek naar de blinde vlekken in het bestaande kunst-educatief netwerk en maken middelen vrij om deze in te vullen. Extra aandacht gaat daarbij naar mensen met een migratie-achtergrond. We onderzoeken wat de noden zijn aan deeltijds kunstonderwijs, naast het bestaande aanbod. We maken middelen vrij om het kunsteducatief aanbod uit te breiden. We investeren in kinderkunsten.

De Zomer van Antwerpen is een schitterend stadsfestival dat alle steun en versterking verdient. We kiezen voor een breed aanbod, met veel kleur, voor een divers publiek, met zowel bekende namen, als nieuwe ontdekkingen, op onverwachte locaties en veel aandacht voor toegankelijkheid en duurzaamheid in alle betekenissen van het woord. We halen “de reuzen” voor een 5de keer naar Antwerpen.

Terug naar Overzicht

 

Heb je een opmerking of vraag over dit thema?