De instrumenten van de stad


Gronden en gebouwen in eigendom van de stad, het OCMW en de haven worden niet langer verkocht, maar waar mogelijk wel ter beschikking gesteld via een systeem van concessie, erfpacht of recht van opstal.

Via het ruilen van bestemmingen (planologische ruil) willen we de gebieden die het meest voor verdichting in aanmerking komen (o.a. aan knooppunten van openbaar vervoer) meer ontwikkelingsmogelijkheden geven, in ruil voor minder ontwikkelingsmogelijkheden in gebieden die we willen vrijhouden.

We breiden het voorkooprecht zoals dat nu bestaat in district Antwerpen Noord uit naar de rest van de stad en maken er veel actiever gebruik van.

We voeren een gereglementeerd en transparant systeem van stedenbouwkundige lasten in, waarbij ontwikkelaars mee instaan voor de ontwikkeling van voorzieningen bij nieuwe projecten.

De stad zet haar eigen leegstaande panden in voor het op peil brengen van de voorzieningen.

We passen de bouwcode aan. We stappen af van de opgelegde parkeernorm bij nieuwbouwprojecten, om te gaan naar een mobiliteitsnorm. Het is dan aan de ontwikkelaar om duurzame mobiliteitsmogelijkheden voor de toekomstige bewoners te voorzien, zodat de minimum parkeernorm kan evolueren naar een lagere maximumparkeernorm. In het stadscentrum kiezen we voor een maximumparkeernorm van 0.

Ruimtelijke uitvoeringsplannen in de dichtstbebouwde gebieden van de stad, zoals de binnenstad en Antwerpen Noord 2060, worden herzien in functie van ontpitting en meer publieke en groene ruimte.

Terug naar overzicht

Heb je een opmerking of vraag over dit thema?