Antwerpen is verstikt door beton en door projectontwikkelaars. De stad heeft dringend behoefte aan meer groen, verkoeling en gezonde lucht. Wij willen Antwerpen veel groener maken, met meer parken, schaduwrijke straten en water om af te koelen. Elke Antwerpenaar verdient een groene oase, of dat nu een tuin is achter je huis of een park om de hoek.

 

 


Groene stad

Antwerpen is te grijs. Er is te veel beton. We hebben nood aan meer groen en natuur, verkoeling en gezonde lucht. Wij willen Antwerpen veel groener maken, met meer parken, groene woonstraten, schaduw en water om te verkoelen. Elke Antwerpenaar heeft recht op een tuin vlak bij huis, in de vorm van groene pleintjes en parken. Een groene stad is een gezonde stad.

We gaan voor de 3-30-300-regel. Dat wil zeggen dat iedere stadsbewoner 3 bomen kan zien vanuit het raam, dat er in Antwerpen 30% van het oppervlak bedekt is met bladerdek en dat elke bewoner op 300 meter een speel- en buurtparkje heeft. Dit willen we ambitieus ingevuld zien:

  • Elke inwoner moet zicht hebben op minstens 3 hoogstambomen.
  • Elke inwoner hoort in de directe omgeving 30% bladerdek te hebben.
  • Elke inwoner moet binnen de 300 meter minstens een publiek parkje hebben dat minimaal 4 m² groen per inwoner van die omgeving voorziet. Dat staat nog los van de nood aan grote parken op wat grotere afstand.

Groen in de woonstraten

Elke Antwerpenaar moet 3 hoogstambomen en meer groen kunnen zien vanuit het raam.

  • Waar echt groen te kort is, kiezen we voor ontpitting (afbraak van gebouwen) om te zorgen voor meer groene ruimte. Zo blazen we extra zuurstof in wijken.
  • Groen gaat voor aangename straten en wil die samen met de bewoners zo groen mogelijk aankleden. De stad ondersteunt de districten bij de aanleg van tuin- en klimaatstraten, gevel- en tegeltuinen en faciliteert het onderhoud van boomspiegels door bewoners.
  • We vergroenen straten en pleinen, zorgen voor toekomstbomen en bomenbunkers en laten trams in grasstroken rijden.
  • Bewoners gaan meer in buurtparkings parkeren zodat we meer kunnen vergroenen en ontharden in woonstraten.
  • Er komt een onthardingsteam om straten en pleinen versneld te ontharden en vergroenen.

Een parkenplan voor de stad

We rollen een stadsbreed parkenplan uit. We gaan voor veel meer grote en kleine parken, zodat alle Antwerpenaren binnen de 300 meter van hun woning een park hebben, dat minimaal 4 m² groen per buurtbewoner voorziet. Daarnaast komen we tegemoet aan de nood aan grote parken op wat verdere afstand.

  • We leggen extra grote en kleine parken aan verspreid over de stad zoals Park Spoor Oost inclusief de aangrenzende spoorwegsite, Spoorpark Zurenborg, de voormalige AROP-site, het Moorkenspark en de luchthaven van Deurne. We verbinden bestaande parken, zoals de parkencluster Harmonie-Albertpark-Provinciehuis-Hertoghe, en Brouwersvliet-Ankerrui-Hessenplein. We vergroenen een deel van het Sint-Jansplein en breiden waar mogelijk parken uit. De Quinten Matsijslei wordt opgenomen in het Stadspark. De tuin van het oude Stuivenbergziekenhuis trekken we door tot in de omliggende wijk. Ook in de dichtbevolkte en groenarme wijken buiten de Ring zoals bepaalde wijken in Hoboken, Deurne-Noord, Deurne-Kronenburg, het Kiel, Merksem-Zuid (Merksem Dokske en Kop van Merksem) zorgen we voor meer parken en groen. Ook de Makro-site in Deurne willen we vergroenen. De Antwerpse Zoo is publiek groen in een omgeving met grote groentekorten. We starten onderhandelingen met de Zoo om, bijvoorbeeld via gratis abonnementen, de Zoo open te stellen voor buurtbewoners.
  • In het Toekomstverbond werd een volledige overkapping van de Ring beloofd. We voeren de geplande ringparken en overkappingen uit en maken geld vrij om ook meteen de uitlopers daarvan, de groene nerven, tot diep in de omliggende wijken aan te leggen. Een volledige overkapping? Daar zijn we helaas nog niet. In de plannen voor het noordelijk deel van de Ring zijn nog grote gaten en sleuven. Voor het zuidelijk deel zijn er nog geen concrete overkappingsplannen. De droom van een volledige overkapping geven wij niet op. We bekijken waar we extra overkappingen, overkragingen, bermen, schermen en ringparken in Merksem-Luchtbal, Deurne, Antwerpen- Noord en Borgerhout kunnen realiseren. Groen wil ook zo snel mogelijk starten met het overkappen van de Ring in Berchem en Antwerpen-Zuid en de E313 in Deurne en Borgerhout.
  • We werken samen met randdistricten en -gemeenten aan het behoud en de uitbreiding van de groene gordel rond de stad, volgens de visie van Gruunrant. Dit netwerk versterken we via een gericht aankoopbeleid en subsidiëring van natuurverenigingen om gebieden aan te kopen.
  • We planten stadsrandbossen aan. Daartoe starten we een grondenbank voor de realisatie van boscompensatie op het grondgebied van de stad en starten we de opmaak van een RUP stadsrandbossen. De terreinen van de luchthaven in Deurne vormen een zeer realistische piste voor een stadsrandbos.
  • In samenwerking met de districten leggen we in dichtbebouwd gebied tiny forests aan: een dichtbegroeid, inheems bos ter grootte van een tennisbaan. Zo’n bos is niet alleen een prettige plek voor vlinders, vogels, bijen en kleine zoogdieren, maar ook voor mensen.
  • Alle parken en groenzones krijgen een beheersplan en een investeringsplan; de stad biedt daarvoor ondersteuning aan de districten.
  • De bestaande groene gebieden worden in al hun landschappelijke en functionele diversiteit maximaal beschermd, hersteld en/of uitgebouwd.
  • We verbinden het nieuwe groen met het bestaande groen, zodat er ‘groene lobben’ ontstaan, aaneengesloten groene gebieden die zich van in het centrum uitstrekken tot in de rand van de stad.
  • Van de Groenplaats en het Astridplein maken we pleinen met véél groen en water en een écht parkgevoel.

Antwerpen bomenstad

We maken van Antwerpen een échte bomenstad.

  • We beschermen en verzorgen alle bestaande bomen. Er komt een stedelijk bomencharter waardoor hoogstammige bomen beschermd zijn en niet zomaar gekapt kunnen worden.
  • Bij de heraanleg van straten of pleinen zorgen we dat bestaande bomen maximaal behouden blijven en goed beschermd worden door de aannemer. Bij schade moet de aannemer compensatie betalen voor een boom van gelijke omvang. Het beschadigen van bomen wordt negatief meegewogen bij toekomstige opdrachten.
  • Ook de bomen op privéterrein beschermen we veel beter. Het kappen van bomen wordt vergunningsplichtig. De bomenploeg van de stad wordt versterkt om bewoners te ondersteunen bij de zorg voor hun waardevolle boom.
  • Samen met de districten maken we ruimte voor toekomstbomen, én dus koelteplekken, in elke buurt. Toekomstbomen zijn bomen die echt een meerwaarde bieden doordat ze groot en oud worden, veel kruinvolume bieden en zorgen voor biodiversiteit.
  • Samen met de districten zetten we een turbo op het planten van bomen in elke straat.
  • We willen meer middelen en meer kwaliteit bij de groenprojecten die worden gefinancierd vanuit het Stadsgroenfonds. Het geld mag uitsluitend worden besteed aan kwalitatief groen in de onmiddellijke omgeving van het project.
  • We zorgen ervoor dat er voor elk district een Groenplan komt, zoals in de districten Antwerpen en Deurne, met een focus op bomen in straten, toekomstbomen, koelteplekken en water. We stellen voldoende middelen en mensen ter beschikking van de districten om de maatregelen in de groenplannen systematisch te implementeren.

 

 

Natuur in de stad

Verschillende soorten dieren en planten kunnen gedijen in de stad. De stad is geen steenwoestijn, maar kan bron zijn van een rijk leven.

  • We stellen een biodiversiteitsplan op dat focust op bestuivers, tuin- en parkvogels en kleine zoogdieren. We hebben veel aandacht voor inheems groen.
  • De stad plant vlinder-, bijen- en vogelvriendelijke planten aan.
  • We zetten campagnes op die zowel districten als particulieren ondersteunen om hier actie rond te ondernemen. Denk aan de aanleg van bijensnelwegen, projecten om vlinders te beschermen, de aanleg van stukjes echte natuur in privétuinen en vogelbosjes. De stad ondersteunt privé-eigenaars bij het behoud, beheer en planten van bomen in eigen tuinen. Bewoners krijgen (fruit)bomen cadeau.
  • De stad zorgt voor educatie rond bijen en andere bestuivers.
  • De Groendienst plant meer struiken en bomen, en zorgt met gerichte aanplantingen van planten en heesters voor meer afwisseling van soorten en voor een grote verscheidenheid in hoogte. Gras zetten we om in bloemenweides.
  • Er komt een stadsecoloog met een eigen team om de biodiversiteit en de ecologische waarde van het stedelijk weefsel sterk op te waarderen.
  • Verenigingen die rond natuureducatie werken, kunnen daar extra financiële middelen voor krijgen. Het gaat om bijvoorbeeld samentuinen, tiny forests, kleine voedselbossen en tuinreservaten waar buurtbewoners, verenigingen en scholen aan de slag gaan rond natuureducatie.
  • We maken publieke ruimte, openbare verlichting en infrastructuur diervriendelijk en stimuleren de stedelijke biodiversiteit. We voorzien nestkasten en schuilplaatsen voor dieren.

 

Voedsel voor en door de stad

  • Groen wil landbouw in de stad. We steunen volkstuinders en zoeken extra ruimte want er zijn nog altijd wachtlijsten. We stimuleren samentuinen en stellen daarvoor ruimte ter beschikking.
  • We bouwen een biolandbouwnetwerk uit, waarbij onder andere ook de volkstuinen en Velt worden betrokken.
  • We willen de banden aanhalen met de landbouwers buiten de stad door samenwerking te steunen tussen boeren en stadsbewoners die hun producten afnemen (community supported agriculture).
  • Groen in de stad wordt meer eetbaar (meer fruitbomen, bessen, bramen ...). Drinkwaterfonteinen zorgen voor drinkbaar water.
  • We zetten de kinderboerderij van Wilrijk verder, met een sterke educatieve en sociale functie.
  • De stad kiest voor de eigen diensten en activiteiten voor bio- en fairtrade producten, met ook altijd een vegetarisch aanbod.
  • De stad verkoopt geen landbouwgronden meer, maar ontwikkelt een grondenbeleid dat landbouwgrond op stedelijk grondgebied én in de rand van de stad voorbestemt voor agro-ecologische landbouw.

 

Water in de stad

  • We trekken de Grote Schijn door tot in de stad, naar de Schelde. Dat brengt verkoeling.
  • We geven de waterlopen in onze stad meer ruimte: de Hollebeek, de Kleine Struisbeek, de Laarse beek, de Koude Beek, ... Al deze beken kunnen we openleggen en verder vergroenen.
  • Momenteel wordt er in de ruien nog zowel vuil water als regenwater afgevoerd. In heel de stad werken we toe naar een gescheiden stelsel, dus zeker ook in de zones van de ruien, waardoor we kunnen gaan dromen om de ruien nuttig in te zetten in functie van het bijhouden van regenwater in de historische binnenstad.
  • Waar mogelijk brengen we water in de stad ter verkoeling.
  • We brengen zo veel mogelijk water in het publiek domein, dat kan in de vorm van fonteintjes, waterspeelelementen, drinkfonteintjes, …
  • We willen meer open zwemwater in de stad: een zwemvijver in het Park Groot Schijn, het Rivierenhof, het Lobroekdok, het Noordkasteel, het Galgenweel, het Bonapartedok, het Vliegveld…
  • De stad maakt mee werk van het nationaal park Scheldevallei met aandacht voor natuureducatie. We brengen de stadsbewoner in contact met de Schelde en haar natuurwaarde.

Een klimaatrobuuste stad

Antwerpen doet niet alleen al het mogelijke om de klimaatverandering te beperken. De stad moet ook bestand zijn tegen de gevolgen van de klimaatverandering. Onze infrastructuur moet voldoende robuust zijn. Ons klimaat warmt op, we verwachten hogere temperaturen en tegelijk ook meer of fellere neerslag. De stad is erg kwetsbaar voor overstromingen. Het hitte-eilandeffect maakt dat de stad een natuurlijke airco nodig heeft.

 

  • We maken van brede lanen zoals de Fruithoflaan, de Prins Boudewijnlaan en de Bisschoppenhoflaan ventilatie-assen met laanbomen en natuurlijke verkoeling.
  • Het grondwater in de stad speelt een cruciale rol. Door dit op een normaal niveau te handhaven krijgt het groen in de stad veel meer kansen en kan ook het oppervlaktewater (van bijvoorbeeld de vijver van het stadspark) een rol spelen. Dit vergt doortastende maatregelen bij (grote) bouwprojecten die nu telkens een sterke daling van de grondwaterspiegel tot gevolg hebben.
  • Regenwater moet kunnen doordringen in de bodem, niet afgevoerd worden via de riolering. We gaan voor maximale ontharding van het openbaar domein; dat is nuttig zowel in periodes van te veel water als bij droogte. Het waterplan zet de krijtlijnen uit van een goed waterbeheer, met zowel een hemelwaterplan als een droogteplan. Want water is een schaars goed. In de toekomst keren we de logica om: we verharden alleen nog waar het echt nodig is.
  • Het aantal groendaken moet fors omhoog. We willen klimaatrobuuste multifunctionele daken realiseren voor recreatie, natuur, wateropvang, energieopwekking, stadslandbouw enz.
  • We maken een actieplan voor de opvang en hergebruik van hemelwater. De stad geeft het goede voorbeeld en start met opvang en hergebruik van hemelwater in publieke gebouwen.
  • De draaiboeken openbaar domein, de beeldkwaliteitsplannen en ook de bouwcode passen we aan in functie van ontharding. Bewoners met tuin worden aangemoedigd minder te verharden. Zo vermijden we verdroging in de ondergrond en overstromingen van kelders. Door meer bodem in de stad te ontharden, kunnen we meer water laten insijpelen en meer steen vervangen door groen, ook in het midden van de stad.
  • De waterkering aan de Schelde zorgt voor veiligheid én tegelijk recreatie en natuurontwikkeling. Meer bomen zorgen voor voldoende schaduw. Blauwe waterlinten door de stad (bijvoorbeeld wadi’s) zorgen voor verkoeling en zijn gewoon aangenaam. Rivieren die weggestopt stromen in riolen (zoals het Schijn), geven we terug een functie in het stadslandschap. We maken opnieuw een verbinding tussen Schelde en Schijn.
  • Een leefbare stad bruist, maar heeft ook plekken waar je moet kunnen genieten van stilte en gezonde lucht. De stad introduceert stilteplekken waardoor wonen en leven in de stad voor iedereen aangenaam is, ook voor wie soms genoeg heeft van de levendigheid.

Energiezuinige gebouwen

  • Ook kantoorgebouwen moeten energiezuiniger gemaakt worden. Daar ligt nog een hele werf open. Klimaatneutraal moet niet alleen de norm worden voor nieuwe, maar ook voor bestaande kantoren.
  • We benutten alle beschikbare restwarmte uit de haven en het afvalwater. We leggen warmtenetten aan, sluiten alvast eigen gebouwen erop aan, net als die van Woonhaven, het Zorgbedrijf, ZNA …, maar voorzien ook aansluiting op bestaande appartementsgebouwen en wijken.