Negeer alle adviezen en doe je eigen zin...
23 September 2014
Interpellatie Joris Giebens op gemeenteraad 23/9/2014 Het college verleende op 29 augustus jl. een stedenbouwkundige vergunning aan de NV Tunnelplaats voor het slopen van de leegstaande Renault-garage en de nieuwbouw van een gebouwencomplex met een commercieel gelijkvloers, 288 studentenkamers, 74 appartementen en 167 ondergrondse autoparkeerplaatsen. Een deel van de nieuwbouw zou een bouwhoogte hebben van 44 meter. Hetverleende
college deze vergunning in weerwil van tal van negatieve adviezen.
Naast het negatief advies van de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar, was er ook het negatief advies van de GECORO, het negatief advies van de welstandscommissie en het negatief advies van de dienst monumentenzorg van de stad.
Deze laatste dienst vroeg, gelet op de ligging van het project in cultureel, historisch en esthetisch waardevol gebied woongebied volgens het gewestplan, op 26 mei van dit jaar de opmaak van een CHE-rapport wat gebruikelijk is voor alle aanvragen in de binnenstad. Dat rapport werd bij mijn weten nooit opgesteld.
De Welstandscommissie, bij gebrek aan stadsbouwmeester toch nog een commissie die mee waakt over de bouwkwaliteit, ging er op 4 juli van dit jaar nog vanuit dat er voor het project een masterplan zou opgesteld worden, waaraan de bouwaanvraag kon getoetst worden.
Op vraag van de stedenbouwkundig ambtenaar hield ook de GECORO de aanvraag tegen het licht en kwam op 11 juni van dit jaar tot de conclusie dat het bouwproject nog niet rijp was en dat er nog te veel aspecten niet onderzocht zijn, zoals o.a. de toetsing van het project aan de bouwaanvraag voor de Noorderleien, op het vlak van mobiliteit, verkeersveiligheid en openbaar domein. Ook een ruimtelijke analyse van het omliggende openbaar domein ontbrak. De GECORO was ook van mening dat, alvorens de vergunning te verlenen, de mogelijkheid om ontwikkelingslasten te koppelen aan de ontwikkelingsmogelijkheden die worden geboden aan de bouwheer op deze plek.
Uw college heeft dit advies en dat van de welstandscommissie ter harte genomen en opdracht gegeven om een stedenbouwkundig ontwikkelingskader op te stellen.
En dan is er finaal het allesomvattend advies van de stedenbouwkundig ambtenaar van de stad, dat ongunstig is. Het advies baseert zich enerzijds op de zonet toegelichte ongunstige adviezen, maar anderzijds ook op de harmonieregel van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad, goedgekeurd in 2012. Die harmonieregel stelt heel duidelijk dat nieuwbouw in de binnenstad in harmonie moet zijn met de bestaande omliggende bebouwing. Die omliggende bebouwing bestaat o.a. uit de appartementsblokken langsheen de Leien, met een maximum hoogte van 20m. De stedenbouwkundig ambtenaar heeft de mogelijkheid om af te wijken van die harmonieregel laten onderzoeken door het in het vakgebied gerenommeerde advocatenkantoor DLA Piper dat tot de conclusie, o.a. op basis van verschillende uitspraken van de Raad van State én de Raad voor Vergunningebewistingen dat er gelet op de voorziene bouwhoogte van 46 meter geen sprake kan zijn van een beperkte afwijking van de voorschriften van RUP.
Meester Els Empereur, advocaat bij DLA-piper, die u moeilijk van groene sympathieën kan verdenken, concludeert :
- de vergunning kan gelet op de harmonieregel in het RUP binnenstad niet afgeleverd worden;
- enerzijds als college opdracht geven tot het opstellen van een stedenbouwkundig ontwikkelingskader voor de plek maar tegelijkertijd de vergunning reeds afleveren valt niet met mekaar te rijmen
- een beroepsprocedure tegen een vergunning voor de ingediend aanvraag is allerminst kansloos.
Maar het college veegt alle adviezen vervolgens van tafel, en verleent de vergunning op 29 augustus. Een week later trekt uw college de opdracht om masterplan op te stellen in en motiveert dit doodleuk als volgt: het heeft toch geen zin meer, want we hebben een vergunning afgeleverd.
Het kan verkeren zei Bredero!
In dit dossier hebt u duidelijk willen tonen wat de primauteit van de politiek volgens u precies inhoudt:
De aanvraag komt binnen, u wil vergunnen, de bouwmeester zegt dat er adviezen dienen ingewonnen te worden, u kegelt hem buiten, de adviezen vallen wat tegen, u vraagt bijkomend onderzoek, de aanvrager wordt lastig, u negeert alle adviezen, u verleent de vergunning en schrapt bijkomend onderzoek ?. Want stel u voor: hieruit had mogelijk kunnen blijken dat u een visie moet hebben op stadsontwikkeling, en dat is wellicht het laatste wat u wenst !!
Ik kan mij moeilijk van de indruk ontdoen dat er enorme belangen spelen op deze plek in de stad. Er wordt daarover trouwens één en ander geschreven in de pers. De aanvrager is niet onbesproken, de connecties tussen één van de lobyïsten van de aanvrager is geen onbekende van de burgemeester (en dat is nog een understatement), een gewezen personeelslid van de aanvrager is ondertussen via wat stedelijke kabinetten geposteerd binnen de stedelijke administratie, enz enz enz ?.. Ik ga er hier niet verder op in ? er zijn andere gremia, zoals het bureau voor integriteit, die over deze belangenvermenging een zuiverder licht kunnen en ook zullen werpen.
Maar deze ongeziene werkwijze vergt toch een antwoord op een aantal concrete vragen:
- Zijn er eigenlijk pogingen ondernomen om alle betrokken partijen rond de tafel te krijgen om er voor te zorgen dat het ingediende project zou aangepast worden zodat het past binnen de juridisch bindende voorschriften van het Ruimtelijk Uitvoeringsplan Binnenstad?
- Wat is nog de waarde van een deskundig advies uitgebracht door een stedenbouwkundig ambtenaar of de GECORO, de welstandscommissie of de dienst monumentenzorg, als zelfs in een zo groot project als dit niet het minste rekening wordt gehouden met deze adviezen?
- En tot slot: is deze aanpak van het college nu exemplarisch voor de toekomst; m.a.w. kunnen bouwheren die van uw kabinet een "go" krijgen er in de toekomst op rekenen dat het college, wars van welke adviezen ook, de aanvraag zoals ze wordt ingediend ook zal goedkeuren? Want dat is alleszins de indruk die nu ontstaan is.
- En bijkomend: in de commissie vorige week kondigde u aan dat u een ambtelijk overleg op 7/10 om plekken in de stad te vinden 'waar er al eens iets moet kunnen' in afwijking van de stedenbouwkundige voorschriften die er gelden. Hoe gaat u daarbij te werk gaan? Zullen er voor die plekken dan stedenbouwkundige ontwikkelingskaders worden opgesteld? En hoe transparant zal gans die operatie verlopen?