Groene districtsraadsleden geven aanzet tot dekolonisatie in Antwerpen

18 Februari 2020

District Antwerpen

Groene districtsraadsleden geven aanzet tot dekolonisatie in Antwerpen

De Groen-fractie van het district Antwerpen wil concrete initiatieven indienen die de dekolonisatie in de havenstad bevorderen.

Dekolonisatie is het proces waarbij (voormalige) kolonies zelfstandig worden van het land dat hen ooit koloniseerde. In de bredere zin van het woord is dekolonisatie een sociale en intellectuele beweging die het koloniale denken in onze huidige samenleving kritisch bevraagt en tot een breder inzicht wil komen van de huidige invloeden van de kolonisatie op de scheve machtsverhoudingen en het dagelijks racisme in onze samenleving.

Koloniaal verleden

België heeft een koloniaal verleden. Ons land bezette in de negentiende en twintigste eeuw andere landen en buitte er volkeren uit. De koloniale gebieden vielen grotendeels samen met de huidige landen Burundi, Democratische Republiek Congo en Rwanda. Tal van waardevolle kunstschatten, kostbare objecten en gegeerde grondstoffen werden gestolen en hardhandig ontgonnen waarna ze via de Antwerpse haven België binnenkwamen.

Zowel het staatshoofd Leopold II als verscheidene bankiers en industriëlen verrijkten zich op kap van de inheemse bevolking van de Belgische koloniën. Deze onrechtvaardig verworven rijkdom stelde België in staat economisch te groeien en aan megalomane projecten te werken zoals het Centraal Station van Antwerpen en het Koloniënpaleis in Tervuren, waar de befaamde wereldtentoonstelling van 1897 plaatsvond waar zeven Congolezen om het leven kwamen.

Deze rijkdom legde ons land jaren later geen windeieren wanneer België economische klappen kreeg in de twee wereldoorlogen. Die oorlogen kwam het land sneller te boven door de extra cashflow.

De laatste tijd is dekolonisatie het onderwerp van politiek debat. We zien her en der steeds meer mensen hun stem gebruiken om zaken aan te kaarten. Onder hen mensen die er zelf bij waren tijdens de koloniale tijd of hun nakomelingen. De beweging is echter breder. Verschillende Afrikaanse gemeenschappen zetten zich in, alsook verenigingen uit het middenveld. Ze nemen bijvoorbeeld geen genoegen meer met de talrijke monumenten en huldigingen voor koning Leopold II.

Debat ook in Antwerpen

Ook in Antwerpen woedt het debat. In het Antwerpse district Ekeren kreeg een standbeeld van koning Leopold II in het centrum, vlak naast de Sint-Lambertuskerk, een infobord. De tekst op het bord werd mede opgesteld door experts van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. "Teneinde winst te kunnen maken met rubber en ivoor worden geweld en uitbuiting niet geschuwd. Historici noteren een ontelbaar grote terugval van het Congolese bevolkingsaantal”, staat er op het bord te lezen. “De Ekerse bevolking is met zijn gedachten bij de slachtoffers van de kolonisatie."

In 2019 publiceerde een groep van experts van de Verenigde Naties een oproep aan België om verontschuldigingen aan te bieden aan de inwoners van de voormalige kolonie Congo en om de misdaden die tijdens dat ‘donkere hoofdstuk’ uit de Belgische geschiedenis plaatsvonden te erkennen. Dit pardon is er tot op heden nog niet gekomen.

Historisch pardon

Bart De Wever (N-VA) reageerde naar aanleiding van die oproep. De Antwerpse burgemeester is voorstander van een historisch pardon en legt de schuld voor de kolonisatie grotendeels bij koning Leopold II. Die Belgische koning verwierf in 1885 Congo als zijn privébezit. In 1908 nam de Belgische Staat het bestuur van de kolonie over. In 1960 werd onder druk van de onafhankelijkheidsbeweging Congo onafhankelijk. In de zomer van 1962 volgde de onafhankelijkheid van Burundi en Rwanda.

De Antwerpse burgemeester wil dat het historisch pardon komt van het Belgisch staatshoofd, koning Filip dus. “Dat standpunt verraadt hoe partij-ideologisch het debat over dekolonisatie spijtig genoeg wordt gevoerd”, zegt districtsraadslid Anna Touré die de dekolonisatie-initiatieven van Groen District Antwerpen mee in goede banen leidt. “Geen enkele historicus zal betwisten dat koning Leopold II een belangrijk rol speelde in de kolonisatie van Congo. Tegelijk kiezen de Vlaams-nationalisten ervoor om het dekolonisatiedebat te voeren zoals het hen uitkomt. Ze zijn voor het afschaffen van de monarchie en willen België splitsen. Het komt hen goed uit om het koloniale verleden te gebruiken als middel om de weerstand tegen het koningshuis aan te wakkeren. Tegelijk doen ze daarmee afbreuk aan de complexiteit van dat verleden. Naast het koningshuis waren immers ook Belgische politici, bankiers, industriëlen, het Belgisch leger en de Antwerpse haven betrokken bij de kolonisatie. De schuld teveel bij één persoon of instantie leggen, ondermijnt een genuanceerd begrip van de grootschalige onderneming die de kolonisatie was.”

Koloniaal getinte straatnamen

Bart De Wever meent dat er in Antwerpen geen straat- of plaatsnamen zijn die naar de koloniale tijd verwijzen en een problematisch karakter hebben: “Ik vind niet dat je retroactief alles in je publiek domein moet aanpassen aan de inzichten van vandaag, maar het kan echt geen kwaad om een woordje duiding te geven. Ook naar de Afrikaanse gemeenschap, de Congolese gemeenschap toe die vandaag in deze stad leeft.”

“Eigenlijk is het pijnlijk dat de burgemeester van onze stad, die bovendien historische studies deed, beweert dat er geen straat – of plaatsnamen zijn met een koloniaal karakter”, benadrukt groen districtsraadslid Amber Paris. “Wat te denken van de Emile Banningstraat in het Zuid? Emile Banning was een vurig propagandist van de koloniale expansie van België. Hij vertegenwoordigde samen met anderen ons land tijdens de Koloniale Conferentie in 1884. Of kijk naar de Luitenant Lippenslaan in het district Borgerhout. Joseph Lippens werkte voor de Force Publique, het koloniaal leger van de koning. Zijn opdracht was om de Arabische ivoorhandelaars en slavenhandelaars, de Arabo-Swahilische machthebbers in het oosten van de huidige Democratische Republiek Congo, te bestrijden. Zo moesten de economische belangen van de kolonisator worden veiliggesteld. Voor de buitenwereld werd het conflict voorgesteld als een strijd tegen de 'mensonwaardige slavenhandel' en voor de beschaving. In werkelijkheid betekende die strijd voor de inlandse bevolking na afloop van het conflict geen verbetering. De lijst van straatnamen in Antwerpen met een koloniale inslag is relatief uitgebreid: de Baron Joostensstraat, de Lambermontplaats, de Edward Pecherstraat, de Stanleystraat … Beweren dat er geen straat- of plaatsnamen zijn in Antwerpen die verwijzen naar het koloniale verleden is complete onzin! Spreken van ‘een woordje duiding naar de Afrikaanse gemeenschap’ en daarmee is alles gezegd, getuigt van enig paternalisme. Natuurlijk kan je een genuanceerd debat voeren over wat je wilt doen met die straatnamen. Maar ieder debat begint met intellectuele eerlijkheid en dat debat schuwen de groenen niet. Hopelijk zijn ook de andere partijen daar klaar voor. Wij gaan alleszins niet wachten om het brede debat te voeren!”

Monument zoekt context

Bij dekolonisatie rijst ook de vraag wat er moet gebeuren met monumenten die verwijzen naar het koloniale verleden. Een groep experts van de VN toont zich bezorgd over de vele standbeelden van Leopold II en van zijn koloniale leger, de Force Publique, die nog in veel Belgische gemeenten en steden te zien is.

Ook Antwerpen heeft verscheidene monumenten die het koloniale verleden verheerlijken. “Er is het monument Camille Coquilhat in het Koning Albertpark, een eerbetoon aan een koloniaal. In de publieke ruimte ontbreekt een minimum aan context waarbij ook het leed dat de kolonisatie de Congolese bevolking aandeed ter sprake komt”, merkt Anna Touré op. “Camille Coquilhat nam als agent van de door koning Leopold II opgerichte Association Internationale Africaine deel aan de Congo-expeditie van Henry Morton Stanley. Hij was zelfs kort vice-gouverneur van de Kongo-Vrijstaat.”

De Congozuil in het Stadspark is een nog groter monument. “Dat herdenkingsmonument viert letterlijk de annexatie van Belgisch-Congo”, verduidelijkt Touré. “Het is een granieten obelisk met een portretmedaillon van koning Leopold II. De zuil kwam er in het begin van de twintigste eeuw op initiatief van de Kamer van Koophandel van Antwerpen. ‘In bijzijn van Zijne Majesteit viert de Handelskamer van Antwerpen de naasting van Congo aan België’ staat er op een gedenkplaat."

"Een dergelijk monument is natuurlijk kwetsend voor veel inwoners van de stad wiens grootouders en overgrootouders te lijden hadden onder de kolonisatie. We kunnen gerust debatteren over wat er met dergelijke monumenten moet gebeuren. Afbreken is niet noodzakelijk de enige mogelijkheid, want dan creëer je misschien een geschiedenis zonder gezichten. Eerlijk context voorzien, wat nu compleet ontbreekt bij dergelijke monumenten, lijkt een minimum om eenieders waardigheid te erkennen. Je merkt dat er bij een aantal politieke partijen veel weerstand is om het debat volwaardig aan te gaan met alle betrokkenen.”

Neokoloniaal denken 

Een grote zorg in het dekolonisatiedebat is de vaststelling dat een deel van de bevolking nog steeds dweept met koloniale gedachten. “Weinigen zullen het met zoveel woorden toegeven, maar nog schrikwekkend veel mensen beschouwen België als het land dat ‘de beschaving’ naar Congo bracht. Ze gaan compleet voorbij aan de mensenrechtenschendingen en de economische uitbuiting in die tijd. Vooral centrumrechtse en extreemrechtse partijen lijken het debat in de kiem te willen smoren. Dat is immers gemakkelijker dan een moeilijk debat aangaan waarbij ook een deel van hun politieke achterban in zijn denken wordt uitgedaagd”, waarschuwt Amber Paris.

“Hoeveel jongeren weten dat Leopold II met de opbrengsten uit de Congo-Vrijstraat zowel Station Antwerpen-Centraal als het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten liet bouwen? Afrikaans geld, gewonnen met de uitbuiting van mensen, bezorgde ons die prachtige gebouwen. Is dat een pleidooi om die gebouwen dan maar af te breken? Natuurlijk niet! Je kunt die gebouwen koesteren en toch hun historische context erkennen. De vraag dringt zich op hoe we omgaan met ons koloniaal verleden. Laten we een eerlijke, complexe, genuanceerde context toe in de openbare ruimte en in het publiek debat? Te lang hebben we vermeden om de geschiedenis recht in de ogen te kijken.”

“Het risico daarvan is dat het koloniale denken opnieuw de kop op steekt of bepaalde denkbeelden die bijdragen aan dagelijks racisme niet worden uitgedaagd. Ondertussen heeft dit koloniaal denken zich in elke laag van onze samenleving gevestigd. Het gaat veel breder dan de materiële restanten van de kolonisatie”, benadrukt Paris. “Het koloniale denken is een groot onderdeel van ons systeem en dat uit zich op alle vlakken: aan onze universiteiten, op de arbeidsmarkt, in de legislatuur … Als eenvoudig voorbeeld kan je er de leerplannen van onze universiteiten op nalezen. Wat er gegeven wordt is vreselijk eurocentrisch met weinig tot geen ruimte voor andere stemmen. Zo heb ik zelf in het vak ‘theatergeschiedenis’ bijna niets te zien gekregen dat breder ging dan het westerse theater, op een enkel voorbeeld als voetnoot na.”

 

“Het historisch besef over de kolonisatie bij brede lagen van de Belgische bevolking is bijzonder klein. Tegelijk zijn er initiatieven die de Antwerpse districtsraad kan nemen binnen zijn bevoegdheden om het historisch besef over de kolonisatie te vergroten en om een geschiedschrijving te bevorderen die berust op objectieve feiten en niet op gevoelens die sporen van racisme en neokoloniaal denken vertonen”, zegt groen districtsraadslid Anna Touré. “Het district heeft bevoegdheden op vlak van jeugd en cultuur, alsook een adviserende functie ten opzichte van Stad Antwerpen. Dat biedt ons mogelijkheden om aan de slag te gaan met dekolonisatie. De komende maanden gaan we concrete voorstellen uitwerken en voorleggen. Tegelijk is er nood aan een breed debat over het onderwerp.”